Pyrietzon
Diameter= 10.5 cm
Gewicht: +/- 322g
Pyriet is een mineraal dat bekendstaat om zijn goudgele kleur en metaalachtige glans, waardoor het vaak wordt verward met echt goud, en daarom ook wel "fool's gold" wordt genoemd. Het komt voor in goed gevormde kristallen, vaak in de vorm van kubussen of piramides, en wordt gewaardeerd door mineralenverzamelaars vanwege zijn visuele aantrekkingskracht en unieke kristalstructuur.
Chemische samenstelling: Pyriet heeft de chemische formule FeS₂, wat betekent dat het voornamelijk uit ijzer (Fe) en zwavel (S) bestaat. Het is een ijzersulfide en heeft een kristallijne structuur waarbij de ijzeratomen zich verbinden met zwavelatomen. Deze samenstelling draagt bij aan de typische goudgele kleur en de metaalachtige glans.
Kristalstructuur: Pyriet heeft een kubusvormige kristalstructuur, wat betekent dat de kristallen vaak in perfecte kubussen voorkomen. De kristallen kunnen ook vormen vertonen die lijken op piramides of octaëders, wat het mineraal bijzonder maakt.
Hardheid: Pyriet heeft een hardheid van 6 tot 6,5 op de schaal van Mohs, wat betekent dat het een redelijk hard mineraal is. Het is bestand tegen krassen van materialen met een lagere hardheid, maar kan gemakkelijk breken of splinteren wanneer het wordt blootgesteld aan harde impact. Pyriet is niet buigzaam en breekt vaak in scherpe, hoekige stukken.
Transparantie en breking: Pyriet is opaak, wat betekent dat het niet doorzichtig is. Het heeft een brekingsindex tussen 1,5 en 1,7, wat bijdraagt aan de heldere, metaalachtige glans van de kristallen. De glans kan variëren, afhankelijk van de afwerking en de kristalstructuur, maar pyriet heeft meestal een sterke schittering die het erg aantrekkelijk maakt als decoratief mineraal.
Vorming: Pyriet komt voor in geologische omgevingen zoals sedimentaire, metamorfische en igneus gesteenten. Het kristalliseert vaak uit hydrothermale oplossingen die rijk zijn aan ijzer en zwavel, vaak in ertsafzettingen of geoden. Het wordt vaak gevonden in verbinding met andere sulfiden, zoals galeniet (loodsulfide) en chalcopyriet (koperijzersulfide), in gesteenten zoals schalie, kalksteen en zandsteen.
Temperatuur- en lichtgevoeligheid: Pyriet is relatief stabiel bij normale temperatuur- en lichtomstandigheden, maar het mineraal kan reageren met zuurstof en vocht in de lucht, wat leidt tot oxidatie. Dit proces resulteert vaak in de vorming van ijzersulfaten, wat kan leiden tot verkleuring of afbrokkeling van het mineraal. Hierdoor kan het zijn glans verliezen en een roestige of doffe uitstraling krijgen.
Afkomst: Pyriet wordt wereldwijd gedolven, met belangrijke afzettingen in landen zoals de Verenigde Staten, Spanje, Zuid-Afrika, Peru en China. Het mineraal komt voor in een breed scala aan geologische omgevingen en wordt vaak gevonden in ertsafzettingen waar het een belangrijke bron van zwavel kan zijn. Pyriet werd voor het eerst beschreven door de Griekse filosoof Theophrastus in de 3e eeuw v.Chr.