Chrysotiel

€ 15,00

Doosje: 3x3x3.5 cm
Gewicht: +/- 12g
Quebec, Canada

Chrysotiel is een mineraal dat behoort tot de asbestgroep en staat bekend om zijn unieke vezelige kristalstructuur dat vaak wordt aangetroffen in een geelgroene of goudkleurige tint.

Chemische samenstelling: Chrysotiel heeft de chemische formule Mg₃(Si₂O₅)(OH)₄, wat betekent dat het een magnesiumsilicaat is met hydroxide. Het mineraal bestaat uit magnesium, silicium en zuurstof en heeft een fibrous, vezelige structuur die kenmerkend is voor asbestmineralen. De aanwezigheid van magnesium en silicium geeft het mineraal een relatief hoge stabiliteit bij bepaalde temperaturen.

Kristalstructuur: Chrysotiel heeft een trigonaal kristalstructuur die uit lange, dunne vezels bestaat. De kristallen kunnen zich ontwikkelen in vezelige aggregaten, vaak in de vorm van strengen of tapijten van fijne vezels. De unieke vezelige structuur maakt het mineraal flexibel en dun, wat het tot een belangrijke industriële grondstof maakte in de 20ste eeuw.

Hardheid: Chrysotiel heeft een hardheid van 2.5 tot 3 op de schaal van Mohs, wat betekent dat het een zeer zachte steen is in vergelijking met veel andere mineralen.

Transparantie en breking: Chrysotiel is meestal ondoorzichtig tot doorschijnend, afhankelijk van de variëteit en de toestand van het mineraal. Het breekt op een onregelmatige wijze, wat typisch is voor vezelige mineralen, en vertoont een lage brekingsindex, meestal tussen 1.53 en 1.56. De vezelige structuur maakt dat het mineraal geen heldere glans heeft, maar het heeft wel een zijdeachtige glans wanneer het in dunne vezels voorkomt.

Vorming: Chrysotiel vormt zich vaak in metamorfe gesteenten, waar het kan ontstaan door de afbraak van andere magnesiumrijke mineralen onder specifieke geologische omstandigheden, zoals hoge druk en temperatuur. Het wordt vaak aangetroffen in serpentiniet, een gesteente dat rijk is aan magnesium, en komt ook voor in andere ultramafische gesteenten.

Temperatuur- en lichtgevoeligheid: Chrysotiel is redelijk stabiel bij gemiddelde temperaturen, maar bij hoge temperaturen kan het mineralevezel ontleden. De vezelige structuur kan gevoelig zijn voor breuk bij mechanische belasting.

Afkomst: Chrysotiel komt wereldwijd voor, met belangrijke afzettingen in landen zoals Canada, Rusland, Zuid-Afrika, Brazilië en de Verenigde Staten. Het mineraal werd voor het eerst beschreven in 1851 en wordt genoemd naar de Griekse woorden "chrysos" (goud) en "tylos" (vezel), verwijzend naar de goudgele kleur en de vezelige structuur. Door de gevaarlijke aard van asbest wordt de winning van chrysotiel tegenwoordig sterk gereguleerd.