Pyriet met sfaleriet en galena calciet

8 x 9 x 3,3 cm
Gewicht: +/- 237g

Pyriet met Sfaleriet en Calciet is een interessante en geologisch waardevolle combinatie van mineralen die vaak samen worden aangetroffen in geoden en hydrothermale afzettingen. De combinatie maakt het tot een aantrekkelijke verzamelobject voor mineralenliefhebbers.

Chemische samenstelling:

• Pyriet (FeS₂) is een ijzer-zwavelmineraal, vaak bekend als "fool’s gold" vanwege de gelijkenis met goud.
• Sfaleriet (ZnS) is een zink-sulfide mineraal dat variërend van geel tot zwart van kleur kan zijn. Het staat bekend om zijn glasachtige glans en is de belangrijkste bron van zink.
• Calciet (CaCO₃) is een calciumcarbonaatmineraal, vaak kleurloos tot wit, en heeft een glasachtige tot parelmoerglans.

Kristalstructuur:

• Pyriet heeft een kubische kristalstructuur, wat resulteert in de typische vorm van kubussen of octaëders.
• Sfaleriet heeft een kubische kristalstructuur, maar de kristallen zijn vaak glasachtig en kunnen grotere, helderdere kristallen vormen.
• Calciet heeft een trigonaal kristalstructuur, wat het mineraal in verschillende vormen doet kristalliseren, van rhomboëdrische tot prismatische kristallen.

Wanneer deze mineralen samen voorkomen, kunnen ze verschillende vormen en kristallijne structuren vertonen die variëren in grootte en vorm, afhankelijk van de geologische omstandigheden van hun vorming.

Hardheid:

• Pyriet heeft een hardheid van 6 tot 6.5 op de schaal van Mohs, wat betekent dat het redelijk hard is, maar gevoelig voor krassen door harder materiaal.
• Sfaleriet heeft een hardheid van 3.5 tot 4 op de schaal van Mohs, waardoor het relatief zacht is en snel bekrast kan worden.
• Calciet heeft een hardheid van 3 op de schaal van Mohs, wat het ook een relatief zacht mineraal maakt.

Transparantie en breking:

• Pyriet is opaak en heeft een metaalachtige glans.
• Sfaleriet is doorgaans doorschijnend tot opaak, met een glasachtige glans die schitterend kan zijn, afhankelijk van de zuiverheid van het mineraal.
• Calciet is doorschijnend tot opaak, en heeft een glasachtige glans die de steen een subtiele helderheid geeft.

De brekingsindex van calciet zorgt voor een zachte schittering wanneer het licht breekt, terwijl sfaleriet soms een diamantachtige schittering vertoont.

Vorming:
Deze mineralen vormen zich vaak in hydrothermale aders of geoden, waar ze uit waterige oplossingen neerslaan die rijk zijn aan de noodzakelijke elementen zoals zink, ijzer, en calcium. Ze komen ook voor in sedimentaire en metamorfe gesteenten. De mineralen kunnen samenkristalliseren in geologische omstandigheden die rijk zijn aan deze elementen.

Temperatuur- en lichtgevoeligheid:

• Pyriet is relatief stabiel, maar kan na verloop van tijd oxideerbare verbindingen vormen, zoals limoniet, wanneer het aan lucht en vocht wordt blootgesteld.
• Sfaleriet is gevoelig voor licht en vocht en kan zijn glans verliezen door oxidatie.
• Calciet is gevoelig voor sterke zuren en kan oplossen bij blootstelling aan zuur, maar is redelijk stabiel onder normale omstandigheden.

Afkomst:
Pyriet met sfaleriet en calciet wordt wereldwijd gedolven. Belangrijke afzettingen van deze mineralen bevinden zich in landen zoals de Verenigde Staten, Mexico, Marokko, Duitsland, en Spanje. Dit mineralencomplex biedt een fascinerende blik op de geologische processen die leiden tot de vorming van waardevolle mineralen die zeer geliefd zijn bij mineralenverzamelaars.