Tarnowitziet

€ 19,95

Doosje: 3x3x3,5

 

Tarnowitziet is een zeldzame variëteit van aragoniet. Het is een relatief onbekende edelsteen en  wordt steeds meer gewaardeerd door mineralenverzamelaars vanwege zijn unieke eigenschappen en zeldzaamheid.

Chemische samenstelling:
Tarnowitziet heeft de chemische formule (Fe²⁺,Mg)(PO₄)₂·2H₂O, wat betekent dat het voornamelijk bestaat uit ijzer, magnesium, fosfaat en water. Het mineraal behoort tot de fosfatenfamilie en is een van de weinige edelstenen die fosfaten als belangrijkste bestanddeel bevat.

Kristalstructuur:
Tarnowitziet heeft een orthorombische kristalstructuur, wat betekent dat de kristallen vaak in een rechthoekige of prismatische vorm voorkomen. De kristallen zijn meestal klein en goed gevormd, met een glasachtige glans. Tarnowitziet wordt vaak aangetroffen in botryoidale of massieve vormen, die een gladde en glanzende afwerking vertonen. Het kristal heeft een delicate en verfijnde uitstraling.

Hardheid:
Tarnowitziet heeft een hardheid van 4,5 tot 5 op de schaal van Mohs, wat betekent dat het mineraal relatief zacht is en het gemakkelijk bekrast kan worden door harder materialen zoals kwarts of topaas.

Transparantie en breking:
Tarnowitziet is meestal doorzichtig tot doorschijnend, en het heeft een matige brekingsindex die bijdraagt aan zijn heldere, sprankelende uitstraling. De brekingsindex ligt tussen 1,66 en 1,69, wat zorgt voor een subtiele glans.

Vorming:
Tarnowitziet komt voor in de oxidatiezones van ijzerhoudende fosfaatmijnen en wordt meestal aangetroffen in geoden of als secundair mineraal. Tarnowitziet is relatief zeldzaam en komt voor in specifieke geologische omstandigheden, wat bijdraagt aan de schaarste ervan.

Temperatuur- en lichtgevoeligheid:
Tarnowitziet is gevoelig voor hoge temperaturen, wat kan leiden tot de afbraak van het mineraal en een verandering in de kleur. Langdurige blootstelling aan zonlicht kan ook de kleur en helderheid van de steen beïnvloeden, vooral bij de groenere variëteiten.

Afkomst:
Tarnowitziet is een relatief zeldzaam mineraal dat voor het eerst werd beschreven in 1864 en zijn naam ontleent aan de stad Tarnów in Polen, waar het mineraal oorspronkelijk werd ontdekt. Het komt tegenwoordig voor in een aantal regio’s wereldwijd, waaronder Polen, de Verenigde Staten en Rusland. De zeldzaamheid van het mineraal maakt het een gewilde vondst voor mineralenverzamelaars.